De basterdzandloopkever wordt 11 – 19 mm lang.
Zijn dekschilden zijn roodbruin koperachtig gekleurd
met elk vier geel-witte vlekken.
Het eerste segment van de voelsprieten heeft weinig haar.
Van maart tot oktober is de soort plaatselijk algemeen
op grotere zandvlakten, vooral in de duinen en op de heide.
Andere insekten dienen als voedsel.
Bij zee komt ook de moeilijk te onderscheiden strandzandloopkever voor.
De boszandloopkever vertoont ook grote gelijkenis,
maar is wat donkerder van kleur.
De basterdzandloopkever vliegt minder makkelijk op
dan de andere zandloopkevers.
Het wijfje legt na de paring eitjes
in een zelf geboord gat in de grond.
De larven wonen in kokers in de grond,
waaruit ze tevoorschijn snellen om hun prooi buit te maken.
Na het derde stadium verpoppen ze zich.
De jonge kevers komen in de nazomer uit
en overwinteren in de grond.
Angelfire.
Lees meer
Reacties (1)