Bezoek

Pas geopend en nu al bezoek." Een bloeiend kleurspektakel".
De Rododendron opent gastvrij haar bloemen voor alle insecten.
Zelf planten:
Plant de rododendron vroeg in het voorjaar. Zorg eerst dat de bodem voldoende zuur is. Graaf daarvoor een gat, drie keer zo ruim als de kluit. Vul het gat vervolgens met een flinke hoeveelheid turfmolm of goed verteerde humus, aangevuld met gewone aarde. Meng alles goed door elkaar met een riek.Graaf in dit mengsel opnieuw een gat en plant de struik. De aarde aandrukken maar niet aanstampen. De ondiepe wortels hebben veel zuurstof nodig.

Er bestaat speciale rododendronmest die ervoor zorgt dat de grond voldoende zuur blijft (tuinturf). Dit is kant-en-klaar gemengde grond, speciaal voor zuurminnende planten.

Rododendrons houden van zon maar zijn erg gevoelig voor uitdroging. Kies een plek die niet de hele dag in de felle zon ligt.

Rododendrons wortelen ondiep en hebben daardoor snel last van een uitgedroogde bodem. De plant mag echter ook weer niet met zijn voeten in het water staan. Een kleibodem is niet geschikt.

Ga uitdroging van de bodem tegen door onder de rododendron een bodembedekker te planten.

Een rododendron heeft weinig extra voeding nodig. Jaarlijks een laag bladaarde aan de voet van de plant strooien is voldoende (zogenaamde 'mulch-laag'). Houtsnippers beschermen ook maar onttrekken stikstof waardoor de bladeren vergelen. Meng daarom wat stalmest of beendermeel door de houtsnippers.


Rododendrons groeien langzaam maar gestaag, sommige soorten kunnen meters hoog worden. Ze zijn makkelijk te snoeien. Knip na de bloei de takken zo dicht mogelijk boven een blad of bladpaar af.
Succes !