kleine groenuil (Earias clorana)
Kenmerken; Voorvleugellengte: 10-12 mm. Dit visstaartje houdt in rust de vleugels vaak dakvormig tegen het lichaam gedrukt. De voorvleugel heeft een opvallende helder lichtgroene kleur met een witte voorrand. De achtervleugel is wit. Incidenteel komen bruinachtig groene exemplaren voor met een bruine franje.
Voorkomen; Zeer algemeen. Komt verspreid over het hele land voor.
Habitat; Moerasachtige gebieden, wilgenstruwelen, vochtige bossen, uiterwaarden, oevers van rivieren en sloten; ook parken en tuinen.
Waardplanten; Wilg.
Vliegtijd en gedrag; Eind april-begin oktober in drie generaties. De vlinders rusten overdag tussen de bladeren en zijn vanaf de schemering actief. Ze komen zowel op licht als op smeer.
Levenscyclus; Rups: juni-oktober. De rups foerageert op de jonge uitlopers van de waardplant en spint de bladeren aan het uiteinde samen. De soort overwintert als pop in een stevige cocon in de vorm van een bootje; deze wordt meestal vastgehecht aan een tak of de schors van de stam van de waardplant.
Gr. Jan
Lees meer
Reacties (2)
Mooi hoor...
Gr.hennyP.