Roodharige...

Wespbijen danken hun naam aan het feit dat een flink aantal soorten geelzwart van kleur is en daardoor veel op wespen lijkt. Veel soorten zijn echter rood, roodzwart of roodgeel van kleur. Daarnaast zijn er soorten met ivoorwitte vlekken in plaats van gele. De meeste Nomada’s zijn, zeker in vergelijking met veel andere bijensoorten, nagenoeg onbehaard of zelfs kaal, met name op het achterlijf.
De Roodharige wespbij wordt gekenmerkt door een lange, roodgele beharing op de kop en het borststuk.
Vrouwtjes: Antennebasis is zwart en rood, rest van de antenne is rood. Borststuk zwart. Twee gele schouderbultjes, geel gevlekt schildje, vleugelschubjes roestrood. Achterlijf geel met zwarte segmentranden, de eerste twee segmenten geheel of deels rood. Poten rood.
Mannetjes: Antennebasis is zwart en geel, rest van de antenne is rood. Borststuk zwart. Geel gevlekt schildje en vleugelschubjes. Achterlijf geel met zwarte segmentranden. Poten geel. Ogen groen. Beharing op voorzijde kop en zijkant borststuk zilvergrijs.
De soort komt voor in allerlei biotopen, waaronder bosranden, heiden, afgravingen en spoorwegterreinen. Vooral op zandige, schrale plekken met grote nestkolonies van de gastheer.
Deze bij is parasitair op de Grijze zandbij (Andrena vaga) en op de Asbij (Andrena cineraria) en leeft dus in de nesten van haar gastheer.
Drachtplanten: De soort leeft parasitair en verzamelt dus zelf geen stuifmeel voor haar nakomelingen. Bloembezoek voor nectar is bekend van wilg, paardenbloem, fluitenkruid en sleedoorn.
Vliegtijd: Deze soort vliegt van half maart tot eind mei.
Grootte: Vrouwtjes 10-13 mm, mannetjes 9-13 mm.
Gr. Jan