Advocaat van de natuur en spreekbuis van het milieu.

Column Nathalie Baartman: Kruid of onkruid, that’s the question

  •  
28-05-2017
  •  
leestijd 2 minuten
  •  
71 keer bekeken
  •  
Nathalie Baartman

© fotograaf: Henny Radstaak

De mens en z’n tuin. Het blijft een fascinerende combinatie. Dat iemand besluit om vier vierkante meter grind te nemen met daarin drie identieke buxussen in de vorm van een klompvoet. Ach, vergeef me m’n beeldtaal. Ik kan de beheerszucht niet aan. Alsof de mens wildgroei niet kan verdragen. Ik van negen tot vijf in het gareel, dan m’n tuin ook, nét zoveel. Geen gekkigheid. Hele dagen zitten ze in de geur van azijn, want groen tussen de tegels is niet fijn. En menig Nederlands gazon is zo smetteloos als een aanrechtblad. Toegegeven; mijn eigen grasmat is ook niet wat het moet zijn,  maar dat is het gevolg van een loslopend konijn.
Onlangs stond m’n bloedeigen buurman met z’n normerende vinger m’n gehele voortuin af te wijzen. ‘Dat is onkruid. Dat is onkruid. Dat is onkruid.’Hij bedoelde het educatief. Maar ik werd er een schaapachtig wichke van. Zo eentje die er onnozel bij staat te grijnzen en niet zegt: ‘Liever drie eigenwijze distels hier in de grond dan die bak met slaapverwekkende Kaaps violen bij u aan het balkon.’
Van Kaaps viooltjes word ik altijd licht onpasselijk. Ik heb ze te vaak gezien in het kader van het gemeentelijk groenbeleid, keurig paars geel geplaatst in hoekige plantenbakken. Met de hartelijke groeten van de gemeente die bladblazende jongens op pad stuurt. Snoeiers, maaiers. Alles kortwieken. Weg ermee. De natuur als een makkelijk en praktisch kapsel, waar je nauwelijks naar hoeft om te kijken.
Ik denk niet in termen van onkruid. Van boterbloemen word ik blijer dan van begonia’s. Mijn tuin is geen pronkstuk, geen aangeharkt perkje waarmee ik de buitenwereld toon dat ik mijn leven, op het symmetrische af, op orde heb. Mijn tuin is een plek om me te kunnen verwonderen. Daarom ga ik niet naar een megalomaan tuincentrum voor zes eenjarige, voorgekauwde plantjes voor de prijs van slechts tien euro.  Ik zaai liever. En dan heb je niet als bij toverslag, bloemen van de één op de andere dag. Nee, dan moet je wachten. Wachten tot uit de zwarte aarde een groen koppie steekt. En dan jubel ik een beetje. Alsof mijn tuin bezwangerd is en ik me kan verheugen op het aanstormende, nieuwe leven.  We noemen haar Goudsbloem.  Het begin van een sprookje. Als een zonnebloem die ik heb zien herrijzen uit de pit, plots volledig en fataal is aangevreten door een slak, voelt het dan ook als een vleugje miskraam.
Maar als het lukt, als ik straks in geur en kleur de volle bloei zie, waan ik me zo groot en diep tevreden als een schepper.
Delen:

Praat mee

onze spelregels.

avatar
0/1500
Bedankt voor je reactie! De redactie controleert of je bericht voldoet aan de spelregels. Het kan even duren voordat het zichtbaar is.

Altijd op de hoogte blijven van het laatste nieuws?

Maandag, woensdag en vrijdag versturen wij je alle informatie uit de radio en tv-uitzending en het laatste internetnieuws.