Visser vangt bot

Veertig jaar lang dregde visser Adrie Vonk walvisbotten uit de Noordzee. Deze unieke privécollectie wordt nu geïnventariseerd en gedetermineerd.

Menig visser zal balen als er na het ophalen geen vis in de netten van zijn kotter zit, maar oude botten. Voor visser Adrie Vonk is dat juist een cadeautje. Vanaf de jaren tachtig verzamelt hij botten en fossielen van walvissen, mammoeten en wat er zoal in de netten van de Texel 1 mee naar boven komt.

In een grote loods bij zijn huis staan alle vondsten uitgestald als een schatkamer van de zee. Zelf spreekt Adrie Vonk van zijn man cave. Het merendeel van zijn collectie bestaat uit delen van dwergvinvissen, tuimelaars en bruinvissen. Er zitten ook zeldzame stukken tussen als de onderkaak van een grijze walvis, of de tand van een sabeltandkat. Veel van de vondsten uit het tijdperk van het Pleistoceen zijn afkomstig uit geulen in de Noordzee die 10.000 jaar geleden oerrivieren waren. De Noordzee lag toen veel verder weg van de huidige kust.

In 2015 heeft Vonk de collectie formeel overgedragen aan Ecomare op Texel. Momenteel is conservator Arthur Oosterbaan bezig om de hele collectie te inventariseren en te determineren met de hulp van een aantal vrijwilligers. Iedere week komen ze op donderdag bij elkaar in de loods van Adrie Vonk. De vrijwilligers helpen mee met het beschrijven, fotograferen en labelen van de vondsten.

Toen Vonk nog met de boomkor viste en de stalen balk daarvan echt over de grond sleepte, haalde hij veel meer botten op dan tegenwoordig. In 2011 is hij overgegaan op de pulsevisserij. Hierbij wordt met elektriciteit een stroomstootje afgegeven zodat de vis opschrikt, en sleept er niets meer over de bodem. Dat is veel beter voor het bodemleven, maar wel jammer voor een bottenverzamelaar als Vonk.