Het Tienstippelig Lieveheersbeestje (in dit geval nog niet uitgekleurd) is zo mogelijk nog variabeler dan de Tweestippel. Hij is ongeveer even groot (4 tot 5 mm), maar kan een lastpost zijn om te determineren. Soms zit er midden vooraan op de naad van de dekschilden nog een zwart stipje, zodat je elf in plaats van tien stippen telt. Op de middelste foto's ook een veelvoorkomende variant: de achterste stippen zijn nagenoeg verdwenen, zodat je maar acht stippen telt. Deze soort kleurt heel langzaam uit. Rode exemplaren zie je niet eens zo heel veel, de meeste zijn zeer lichtbruin tot vuilrood. En er zijn ook bruine exemplaren met roomgele vlekken. Tenslotte zijn er nog melanistische dieren: rood en zwart lijken hierbij omgekeerd. Bovendien zijn de stippen meestal geheel versmolten, maar altijd wel in variabele patronen. Op één van de foto's een voorbeeld van zo'n exemplaar. Ondanks al die variaties zijn ze vaak toch wel goed te herkennen: het halsschild is namelijk altijd wit, met vier zwarte vlekken min of meer in een cirkel rond een centrale vijfde zwarte vlek. Alleen de melanistische exemplaren houden zich niet aan deze regel. De kever is in de Benelux vrij algemeen, maar in onze tuin tot dusverre een zeldzaamheid. Gardensafari.
Lees meer
Blijf op de hoogte
Houd mij per mail op de hoogte van nieuwe reacties op deze foto.
InloggenLog in om te reageren
InloggenNog geen account? Registreer je nu
Upload en deel je foto's
Foto uploaden